Jaarrekening

Balans met toelichting

Inleiding
De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten daarvoor geeft.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden en overlopende verlofaanspraken. De aan het einde van het begrotingsjaar bestaande verplichting wordt toegelicht onder de niet in de balans opgenomen gebeurtenissen, rechten en verplichtingen. Echter, indien sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) wordt wel een verplichting opgenomen.

COVID-19
In 2020 is de Corona-pandemie begonnen met een grote impact in de gehele wereld. Op basis van de ontwikkelingen in 2020 en hebben wij de eventuele risico’s beoordeeld. Hieruit concluderen wij dat het totaal aan risico’s voor ons niet heel veel toeneemt, maar zijn we ons wel bewust van de nog grotere noodzaak tot het voortdurend monitoren van de risico’s. Het college schat op basis van de uitgevoerde analyse dat het doorvoeren van een duurzame waardevermindering op de activa van de gemeente niet van toepassing is. De in de jaarrekening gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op een continuïteitsveronderstelling. Hoewel de toekomstige financiële impact van de uitbraak van COVID-19 ten tijde van het opmaken van deze jaarrekening niet duidelijk is, is het college van mening dat op basis van de thans beschikbare informatie, de inmiddels genomen maatregelen en de huidige liquiditeitspositie de bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerde continuïteitsveronderstelling niet materieel wordt beïnvloed.

Activa
Immateriële vaste activa
Onder immateriële vaste activa wordt opgenomen:

- kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en disagio;
- kosten van onderzoek en ontwikkeling.
- bijdragen aan activa in eigendom van derden

Door een wijziging in het Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten (BBV) worden bijdragen aan activa in eigendom van derden vanaf 2016 verantwoord onder de immateriële vaste activa en niet langer onder de financiële vaste activa.

De afschrijvingstermijn op de kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en disagio is maximaal gelijk aan de looptijd van de lening. De afschrijvingstermijn op de kosten van onderzoek en ontwikkeling bedraagt ten hoogste vijf jaar.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.

Materiële vaste activa
Investeringen met economisch nut
Deze investeringen zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs (inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht, in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven.
In afwijking van bovenstaande worden kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarde niet geactiveerd.

Investeringen met economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
Wanneer investeringen grotendeels of volledig worden gedaan ten behoeve van riolering of het inzamelen van huishoudelijk afval, worden deze investeringen op de balans opgenomen in een aparte categorie: de investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.

Gronden en terreinen
Ondergronden met een beperkte levensduur, zoals renovaties van sportvelden, parkeervoorzieningen en dergelijke, worden afgeschreven overeenkomstig de verwachte gebruiksduur. Op overige gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.

Bedrijfsgebouwen
In de waardering van de schoolgebouwen is tevens de waarde van de grond begrepen. De grondkosten van de overige gemeentelijke eigendommen zijn geactiveerd onder “gronden en terreinen”.

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut zijn in de balans opgenomen tegen de kosten die daaraan gespendeerd zijn verminderd met daarvoor ontvangen bijdragen van derden en eventueel een bijdrage uit een daartoe aangewende reserve. De basis voor de waardering is het totaal van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.

Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden.

Afschrijvingstermijn en afschrijvingswijze

SCHATTINGSWIJZIGING AFSCHRIJVINGSWIJZE
In 2020 is besloten om alle materiële vaste activa af te gaan schrijven volgens de annuïtaire methode. Tot 2020 werden voor het afschrijven van de materiële vaste activa zowel de lineaire als de annuïtaire methode gehanteerd. Er is gekozen voor één methode van afschrijven en dat is de annuïtaire methode geworden vanwege de jaarlijks gelijkblijvende lasten van afschrijving en rente.
De termijnen voor de afschrijving zijn als gevolg van deze wijziging niet aangepast. Over de volledige looptijd van de afschrijving blijven de afschrijvingslasten voor de materiële vaste activa gelijk. Echter zal de last wel anders worden verdeeld over de resterende jaren.

De afschrijving van alle vaste activa (inclusief investeringen met maatschappelijk nut) geschiedt annuïtair op basis van de geschatte economische levensduur. Op 5 november 2020 heeft de raad de Nota Activabeleid 2020 vastgesteld. De afschrijvingstermijnen voor investeringen vanaf 1 januari 2020 worden gebaseerd op deze nota. De afschrijvingstermijnen van investeringen gedaan vóór 2020 zijn niet aangepast na het verschijnen van de nieuwe nota.

Voorraden
De voorraden hebben betrekking op de gronden zonder kostprijsberekening en onderhanden werken van de grondexploitatie. De gronden zonder kostprijsberekening zijn opgenomen op basis van de reeds uitgegeven kosten (aankoopkosten, voorbereiding en toezicht en dergelijke), de zogenaamde verkrijgingsprijs. Gronden waarvoor een reëel en stellig voornemen tot toekomstige bouw ontbreekt worden voor de verkrijgingsprijs, tot een maximum van de marktwaarde, naar de balans gebracht.

De onderhanden werken zijn opgenomen tegen de vervaardigingskosten (aankoopkosten, kosten bouwrijp maken, beplanting, overige exploitatiekosten en rente) verminderd met de opbrengsten van gerealiseerde verkopen. Voor onderhanden werken waarbij een verliesgevende exploitatie wordt verwacht, wordt een voorziening opgenomen ter grootte van het verwachte verlies.

Vorderingen
De vorderingen en schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde eventueel onder aftrek van een voorziening voor dubieuze vorderingen. Bij de bepaling van de voorziening wordt rekening gehouden met bijkomende kosten.

Liquide middelen en overlopende activa
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Passiva
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de reserves (algemene reserve en bestemmingsreserves) en het nog te bestemmen gerealiseerd resultaat.

Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd wegens:
a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten;
b. op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;
c. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;
d. de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b.

Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b.

Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.

Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd.
De onderhoudsegalisatievoorzieningen zijn onderbouwd met meerjarenonderhoudsplannen. In paragraaf 3 “Onderhoud kapitaalgoederen” van het jaarverslag is het betreffende beleid nader uiteengezet.

Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Borg- en garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling, onder de balans het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. In de toelichting op de balans, bij het onderdeel niet in de balans opgenomen gebeurtenissen, rechten en verplichtingen is een uitgebreide toelichting opgenomen.
.

Deze pagina is gebouwd op 06/22/2021 13:15:49 met de export van 06/22/2021 13:00:14